Een paar dagen geleden liepen we in een winkel in Beijing, waar ik even een toilet bezocht. Toen een vrouw voor mij, met een hoofd voor krulspelden, op haar gemak haar make-up bij aan het werken was, voor ze mij bij de wasbak liet, herinnerde het mij eraan dat ik onderstaande blog (uit Vietnam) nooit had afgerond. Bij dezen.
De Bus
Me afvragend waarop de chauffeur over zal gaan als hij zijn neus heeft leeggegeten, besluit ik mijn blik te verleggen naar buiten. Ik zit op de derde rij in de bus, aan het raam aan de linkerzijde. Zojuist hebben we, met de lokale levensstandaard in ons achterhoofd, ons maar onnozel voorgedaan toen wij als enige extra moesten betalen, ‘voor onze tassen’. We verplaatsen ons vandaag met een lokale bus, altijd een belevenis in Azië!
Links van mij ploegt een vrouw zich door een rijstveld dat zo groen is als groen kan zijn. Haar outfit wijkt niet af van alle andere vrouwen die op het veld aan het werk zijn. Haar zwarte wijde broek heeft ze opgerold tot net boven haar pezige knieën, en haar shirt onthult verder weinig van haar naar mijn vermoeden ranke lijf.
Op haar hoofd draagt ze een driehoekig rieten hoedje. Zo één die je getekend ziet als er mensen in rijstvelden aan het werk zijn. Zo één waarvan je denkt dat in het echt vast niemand ze draagt, maar waarvan het tegendeel dus waar blijkt te zijn.
Met een ver voorover gebogen lichaam herverdeelt ze de rijstplantjes over het veld. Het water komt tot net onder haar knieën, en de weerspiegeling van het warme licht van de ochtendzon in het water geeft het een feeërieke sfeer. Terwijl ik mijn gedachten weg laat dwalen bij de aanblik van dit tafereel, tegen een achtergrond van bergen en een mooie lucht, word ik plots nuchter als de dame een mobiele telefoon uit haar zak haalt en met een schelle stem begint te converseren. Ook hier heeft de modernisering zich gewoon ingezet, op het afgelegen platteland van Vietnam.
De Toeter
Een paar keer toeteren lijkt ons vertrek aan te kondigen, al wordt de toeter naar het lijkt ook gebruikt om buffels – of ander gedierte – de weg af te jagen, aan te kondigen dat je in gaat halen of om enthousiast een andere buschauffeur te begroeten. Je leert wel af in Vietnam om een toeter als teken van gevaar te herkennen, dan heb je geen rust meer.
De bus wordt gevuld met een gemêleerd gezelschap. Voorin stappen 2 boeddhistische monniken op leeftijd in, die een plaatsje uitzoeken naast de chauffeur. Rechts voor ons zitten twee dames. De ene mevrouw heeft achterop haar hoofd een eenzame roze krulspeld zitten, waarvan ik me afvraag of ze die wellicht vergeten is eruit te halen. De dame naast haar heeft een prop watten boven haar lippen, die me doet vermoeden dat een hars-beurt op een mislukking is uitgelopen. We begroeten elkaar met een glimlach, het blijft een fijne universele taal.
Zodra de bus vertrokken is, komt overal direct het eten uit de tas. Gedurende de hele rit wordt er door iedereen voedsel genuttigd, van een zak zuurtjes, de inhoud van een neus tot van thuis meegebrachte verse maaltijden. De geur van het eten wordt afgewisseld met de rook/brand geur die veroorzaakt wordt door het verbranden van de landerijen, wat de boeren in deze periode van het jaar doen.
In mij bruist altijd een gevoel van geluk, enthousiasme, als ik mij verplaats via openbaar vervoer in Azië. Comfort is er vaak maar gebrekkig, maar je komt er zintuigen tekort, om alle indrukken in je op te nemen en te verwerken. Je rolt van de ene verbazing in de andere en ondertussen trekken er steeds nieuwe landschappen aan je voorbij, op weg naar een nieuwe, onbekende bestemming.
Als je vaker mee leest, weet je dat inmiddels na Vietnam ook Laos en Nieuw Zeeland al zijn gepasseerd, daarover later weer meer! Nu eerst Hangzhou gaan ontdekken…